Tutti cadaveri, getuigenis van een reddingswerker in Marcinelle II

Tutti cadaveri, getuigenis van een reddingswerker in Marcinelle IIE. Raedts met Clara Zijlstra 2011

Vervolg van Tutti Cadaveri, getuigenis van een reddingswerker in Marcinelle I. 
Op 8 augustus 1956 gebeurt het ondenkbare voor veel Belgen en eigenlijk alle mijnwerkers, ook in Nederland: er breekt een allesverwoestende brand uit in de Bois du Cazier, een mijn in Marcinelle. 262 mensen laten het leven. Tot 24 augustus werd er nog verbeten gezocht naar overlevenden, ook een reddingsploeg met de dan 26 jarige Ernest Raedts en zijn broer Oscar zijn aan het werk. Maar van een reddingsactie is al lang geen sprake meer, Ernest en zijn ploeggenoten zijn bergingswerkers geworden.

Ontdekkingen ondergronds:

"We werkten zowel overdag en 's nachts. Dat heet: 4 uur werken, 4 uur rust en 4 uur stand by. Daarom waren er ook zo veel redders nodig, maar je kon gewoon niet langer dan 4 uur met de flessen op je rug de mijn in. Een keer gingen we met Oscar de ploegbaas, nog drie anderen en ik de mijn in. We moesten een lijk gaan bergen. Een van de slachtoffers was onder een truck gekropen tegen het vuur. Op de truck lagen rails en andere zware voorwerpen geladen. We konden de truck niet omduwen, daarvoor was geen plaats, we konden de man er niet onderuit trekken omdat hij helemaal gezwollen was, toen hebben we met 5 man die hele truck moeten lossen om één lichaam te kunnen bergen. Vier uur lang, en toen hadden we hem nog niet boven, we moesten de lichamen eerst aan de kant leggen en in een body bag doen."

"Na een aantal dagen mochten we naar 1035, we liepen vanuit de pijler de hoofdgalerij in. Daar in water van een meter hoog, zag het zwart van de lijken. Ik zei tegen een ploegmaat dat we ruimte moesten gaan maken. Toen waadden we door dat water en we schoven ons een weg erdoor met onze voeten. De steengangen hellen namelijk naar beneden, zodat de volle kolenwagens makkelijker rollen, dus het duurde een tijdje voordat we op het droge kwamen. En daar lagen ze dan op het droge, dat was geen probleem. Ik heb een man gevonden, die was door zijn knieën gezakt, zijn jasje op zijn rug, zijn hoofd knikkebollend naar beneden. Die was niet eens omgevallen, hij was gewoon verrast door de CO en is zo overleden."

"De gangen die naar 1035 meter leidden waren erg steil. Ongeveer 45 graden. Daar ontdekten we twee broertjes, beide 14 jaar oud. En met zijn tweeën is het nog moeilijk om zo'n mannetje naar boven te dragen, maar ik zei tegen mijn ploegbaas en broer Oscar, neem jij eentje dan draag ik de andere. En zo hebben we ze omhoog gedragen."

Foto: Bois du Cazier, Camille Detraux en Raymond PaquayFoto: Bois du Cazier, Camille Detraux en Raymond PaquayTraumatische ervaringen:
"Zielenzorg? Psychische Opvang? Pas een week na de ramp kwam de bisschop en zijn gevolg een bezoekje brengen aan de Bois du Cazier. Ik zat net met een paar Walen een boterham te eten toen de Walen opeens begonnen te schelden en te tieren. Zodra zij het paarse gewaad van de bisschop zagen riepen ze hem verwensingen toe ‘wat hij hier kwam doen, en dat hij zijn kop niet hoefde te laten zien, dat ze nu niets aan hem hadden'. Er waren wel zogenoemde sociale assistentes die rondliepen over het terrein, maar die waren er ook niet om met je over je zorgen te spreken. Zij vertegenwoordigden de families die aan het wachten waren aan de poort, als er weer iemand was gevonden of was geïdentificeerd dan gingen zij dit aan de betreffende families vertellen. Ze waren erg volhardend in hun werk, een sociale assistente bleef gewoon aan mijn bed zitten toen ik na een afdaling wilde slapen, zodra ik wakker was wilde ze weten of ik nieuws had."

24 augustus: Er werd een persconferentie georganiseerd door het mijnwezen. Pas nu werd er toegegeven dat een reddingsactie was gestaakt, en dat er nu alleen nog maar een bergingsactie gaande was. Tot die tijd mochten en wilden de meeste reddingswerkers niet met de nabestaanden praten. Van 13 augustus tot 6 september is Ernest als bergingswerker werkzaam geweest in Marcinelle. Hij was daar het langste van al zijn ploeggenoten. Iedereen kreeg wel een keer weekend verlof, maar hij had geen vrouw of kinderen, dus als iemand zijn kinderen wilde zien zei hij: "ga toch naar huis, ik blijf wel hier en neem het van je over"

Waardering:

"In november 1956 werden we gehuldigd in het directiebureau. Alle ingenieurs moesten samenkomen in Waterschei, en toen hield de directeur een speech. Na de speech wilde hij mij nog even spreken. "Wat bezielt jou nou jongen, zo'n jonge kerel en dan ga je aan zo iets beginnen." En ik vroeg hem wat mij als jonge kerel dan zo bijzonder maakte? Waarom stelde hij niet diezelfde vraag aan de mannen die vrouw en kinderen hadden? Uit zijn vraag sprak eigenlijk dat hij bij eenzelfde ramp in Waterschei zijn handen terug zou hebben getrokken. Dat zette mij aan het denken. Als wij als medewerkers plichten hebben, dan zouden we ook rechten moeten hebben. Ik kreeg die avond de zilveren burgermedaille tweede klasse."

Foto: Bois du Cazier, Camille Detraux en Raymond PaquayFoto: Bois du Cazier, Camille Detraux en Raymond Paquay"De bronzen Carnegie medaille krijg je voor moed en zelfopoffering. Een opzichter zei tegen mij dat, als ik al tijdens de eerste dagen na de ramp aanwezig was geweest, dan minstens een zilveren medaille had gekregen. Voor mij had dat niets uitgemaakt, beide medailles, die van Carnegie en de burgerlijke medaille zijn een pleister op een houten been. Iedere reddingswerker van de andere mijnen had een oproep gekregen dat ze van de mijndirecteur de medaille in ontvangst konden gaan nemen, wij wisten van niets. Ik kwam om te werken maar werd bij de poort tegen gehouden, ik moest om 11 uur terug komen in mijn nette pak, want er was hoog bezoek."

Herdenken:

Vijf jaren later sloot de Bois du Cazier officieël haar poorten. Nu 55 jaar na de ramp gedenken wij nog steeds de slachtoffers van de Bois du Cazier, alle 262 man. We mogen niet vergeten dat er voor de energieverzorging van een land slachtoffers zijn gevallen. Zo'n ramp als in Marcinelle zal in Europa niet meer zo snel gebeuren, maar in landen buiten Europa laten nog steeds veel te veel mensen hun leven in de mijnbouw. In 2002 stierven 7000 mensen in de Chinese mijnbouw, na sterke verbetering van de veiligheid is dit aantal gedaald tot 2400. In de Nederlandse mijnbouw, die dit land meer dan een eeuw heeft getekend, zijn nooit zo veel slachtoffers gevallen

 

Clara Zijlstra *1992 is webredacteur bij DeMijnen.nl

  • Artikel
  • 14 juli 2011
  • door Clara Zijlstra

1 reactie(s)


Reacties

"De gangen die naar 1035

"De gangen die naar 1035 meter leidden waren erg steil. Ongeveer 45 graden. Daar ontdekten we twee broertjes, beide 14 jaar oud. En met zijn tweeën is het nog moeilijk om zo'n mannetje naar boven te dragen, maar ik zei tegen mijn ploegbaas en broer Oscar, neem jij eentje dan draag ik de andere. En zo hebben we ze omhoog gedragen." De twee 14-jarigen waren: * Michel Hannecart geb. Beauweiz 1-8-1941 broer van Roland Hannecart geb. 2-9-1939. Beiden zonen van Joseph Hanecart geb. 3-9-1905 * Gèrard Hanecart geb. Momignies 14-5-1941. Alle vier genoemden kwamen om bij de mijnramp van 8 augustus 1956.

Uw reactie

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.
CAPTCHA
Deze vraag wordt gebruikt om te controleren of u een menselijke bezoeker bent om zo spam te voorkomen.

Bekijk ook...