Out of the Dark

Out of the DarkGlas-in-lood raam van Henri Jonas 1927. Bruikleen van DSM Art collection

De drie C's in Kerkrade zijn feestelijk geopend. The Cube, een museum voor design, Columbus voor de ultieme filmbeleving en Continium presenteren zich voor het groete publiek. Vrij toegankelijk voor het publiek is de tentoonstelling Out of the Dark, waar collecties die vaak in een depot van een museum opgeborgen of anderszins onzichtbaar zijn, aan het publiek getoond kunnen worden.

Out of the Dark in Continium is de derde en laatste tentoonstelling in de serie. In Museum De Domijnen 03 in Sittard stonden arbeidmigranten en beschermheiligen centraal, in museum Land van Valkenburg was het thema Landschappen in de Mijnstreek het thema. In Continium in Kerkrade staat mijnarbeid centraal.

Voor de tentoonstelling konden de samenstellers putten uit de rijke collectie van Continium. Enkele van de stukken zijn op deze site al beschreven als object van de maand. Naast de schilderijen en grafisch werk maakten de uit Limburg afkomstige beeldende kunstenaars Paul Devens, Ingeborg Meulendijks en Diana Ramaekers speciaal voor Out of the dark – mijnarbeid verbeeld installaties, waarbij zij op hun eigen specifieke wijze reflecteren op het de mijnarbeid en het mijnverleden.

Out of the DarkFoto Sergé Technau/ Continium

Mijnarbeid

Mijnarbeid heeft altijd tot de verbeelding gesproken, zeker ook bij verschillende generaties van beeldende kunstenaars. Zij vonden inspiratie bij de mijnwerker die vele uren per dag honderden meters onder de grond zwoegde in een donkere wereld, vol risico’s voor lijf en leden. Zij beeldden de mijnwerker af op zijn werkplek in de pijler, de hak of de afbouwhamer in de hand, de spieren strak gespannen. De mijnwerker werd geschilderd of getekend als begeleider van  mijnpaarden, die kolentreinen naar de schacht trokken. Naarmate de techniek en mechanisering van het ondergrondse bedrijf in de loop van de twintigste eeuw voortschreed, zien we hem soms verschijnen als een soort van operator, die machines bedient.
Naar gelang het ideologische standpunt van de kunstenaar werd het harde labeur in de mijn soms als aanklacht verbeeld – de mijnwerker als slaaf van de arbeid -, dan weer als verheerlijking – de mijnwerker als held - en een enkele keer ‘neutraal’ als het de kunstenaar ging om het documentair vastleggen van de mijnarbeid, al dan niet in opdracht van het mijnbedrijf.

Out of the DarkHerman Heijenbrock. Boren in de mijn. Collectie Limburgs Museum

Wiel Kusters schreef speciaal voor deze tentoonstelling drie kwatrijnen (gedichten van 4 regels met een levensbeschouwelijke inhoud en rijmschema a a b a):

Out of the dark  

1
Wie in de verte reist hoopt op bescherming,
een veilige haven aan het eind van zijn omzwerving.
Wie in de luwte vaart rest nog zijn adem.
Wie in de diepte daalt verdient ontferming.

2
Het landschap van mijn ziel is groen en zwart
en nooit heb ik het met de dood verward,
want dicht bij huis klinkt in de ondergrond
het kloppen van een steen vergruizend hart.

3
Want wie onderwerpt zich? De aarde, de mens?
Van vaders gedachte is moeder de wens.
Je werkt om te leven, niet voor de dood.
Voor nu en voor straks. Maar waar is de grens?

Out of the DarkHarry Koolen, Mijnwerker 1958. Collectie Continium

Wiel Kusters

Het eerste gedicht, geschreven voor de expositie in Sittard, heeft als thema's Arbeidsmigranten en Beschermheiligen. Het tweede gedicht werd geschreven om deel uit te maken van de Valkenburgse tentoonstelling 'Landschappen in de Mijnstreek'. Gedicht nummer drie is geschreven voor het derde en afsluitende deel van het Out of the dark-project, met als thema Mijnarbeid, in het Continium.

Wiel Kusters’ eigen commentaar bij de kwatrijnen:

'Het eerste gedicht gaat over reizen: in de verte (de reis van arbeidsmigranten) en in de diepte (het afdalen van arbeiders in de mijn). Ook speelt in dit kwatrijn, met name in de derde regel, het motief van de adem en de ademnood. Wie in de luwte vaart, in windstilte dus, naar zijn bestemming ('haven') vaart, komt niet vooruit, maar heeft hopelijk zijn adem nog om een beetje mee in de zeilen te blazen. Veel mijnwerkers ontbrak het ten slotte zelfs daaraan.'

'Het tweede gedicht kan als volgt worden gelezen. Het landelijke, groene Limburg veranderde met de komst van de mijnen in een 'zwart' industriegebied. Na de mijnsluiting heeft het groen zijn kansen herkregen. Voor mij is mijn geboorteland echter groen én zwart gebleven – in de herinnering en daarmee verbonden emoties. Leven en dood, heden en verleden, worden als een eenheid ervaren. Dicht bij huis, maar toch ver weg, in de voorgoed gesloten onderwereld van de mijn, klopt nog steeds mijn hart en hoor ik het hart van de gestorvenen kloppen. Een hart is zacht en kwetsbaar, maar ook sterk. De gevoelens van verbondenheid met vorige generaties zijn in staat (dode) steen te vermorzelen en de toegang tot het verleden open te houden. Emotioneel althans.'

'Het derde kwatrijn gaat over de vraag wie zich in de mijnarbeid aan wie onderworpen heeft. Moeder aarde aan de mens of de mens aan de aarde? Was de moederlijke wens de vader van de gedachte dat onder de grond een boterham te verdienen viel? Of waren de vaders uit op het scheppen van een eigen wereld? Van de mijnarbeid leefden hele gezinnen, een hele mijnstreek. Maar wat is daarvan overgebleven? De mensen werken om te leven, en niet omgekeerd, zo is de traditionele zuidelijke, 'katholieke' gedachte. Voor nu en voor de dag van morgen. Maar waar eindigt het werk? Uiteindelijk in de dood: de grens tussen nu en later verschuift onophoudelijk. Leven wij dus toch om te werken?'
Out of the DarkDiana Ramaekers Mijn Berg, 2015 Installatie met neonlicht. 2015

Speciale dank aan Sergé Technau voor de overzichtsfoto en Wiel Kusters voor het ter beschikkingstellen van de teksten van zijn drie kwatrijnen. De tekst 'mijnarbeid' is van de hand van Serge Langeweg.

  • Nieuws
  • 10 november 2015
  • door Serge Langeweg/Mijke Harst van den Berg

Bekijk ook...

Barbaravieringen

Barbaravieringen

  • artikel
  • 23 november 2023